2843
gestelden tijd niet zal worden opgeëischt. Doordat wij
als regel niet meer geven dan de helft der geschatte
waarde van de onderpanden voorkomen wij, dat de
goederen te zwaar worden belast. En door te bepalen,
dat regelmatig op het verstrekte kapitaal moet worden
afgelost, bereiken wij dat de verbonden goederen ten
slotte als vrij en onbezwaard bezit ter volle beschik
king van de eigenaren komen.
Nu is het bestuur onzer bank natuurlijk in de tegen
woordige tijdsomstandigheden wel genoodzaakt wat
toegevendheid te betrachten ten aanzien der voorge
schreven aflossingen en soms uitstel te verleenen. Maar
intusschen zijn tengevolge der aflossingen in den loop
der jaren de schulden toch heel wat verminderd, zijn
de lasten voor de hypoheeknemers veel minder druk
kend geworden en zijn de onderpanden niettegen
staande de aanzienlijke waardevermindering nog alles
zins voldoende gebleven. Aldus hebben wij twee din
gen bereikt, die van buitengewoon groot belang zijn:
onze pandbrieven bleven goed gedekt en de boeren
werden niet te zwaar belast. De achterstand der renten
is dan ook betrekkelijk gering, zooals uit het jaarver
slag blijkt.
Tot executie van onderpanden behoefde slechts in
drie gevallen te worden overgegaan. Tweemaal omdat
door derden beslag was gelegd en eenmaal omdat de
debiteur onwillig was zijn rente te betalen, zooals even
eens in het jaarverslag is vermeld.
Wat de plaatsing onzer pandbrieven betreft, hebben
wij in het afgeloopen jaar merkwaardige ervaringen op
gedaan. Terwijl in het begin van het jaar nog 4% pand
brieven konden worden geplaatst, moest ik in de Alge-
meene Vergadering van 30 Mei reeds mededeelen, dat
het bestuur overwoog, om in navolging van den Staat
der Nederlanden, die een 5% leening uitgaf, te komen
met 5% pandbrieven. Het bestuur heeft dit in Juli dan
ook gedaan. Maar in het najaar was de toestand weer
zooveel veranderd, dat wij op ruime schaal 4V2% pand
brieven koden plaatsen. De rente van 5M%, die bij
de uitgifte van 5% pandbrieven moest bedongen wor-