2842
voorstel op werkelijk schitterende wijze heeft verde
digd, zoodat het tenslotte met groote meerderheid van
stemmen werd aangenomen. Ik bedoel onzen hoogge-
achten geestelijken adviseur den Zeereerwaarden Heer
van der Marck, voor wien het heden een groote vol
doening zal zijn, dat eene ervaring van vijf en twintig
jaren heeft bewezen dat het in 1908 genomen besluit
onzen boerenstand tot grooten zegen is geweest. Ik
vlei mij bovendien met de hoop, dat de toenmalige
tegenstanders, mannen overigens van erkende be
kwaamheid en beproefde liefde voor onze landbouw
organisaties, in den loop der jaren tot de overtuiging
zullen zijn gekomen, dat de gevaren, die door hen wer
den gevreesd, ijdel zijn gebleken, althans zijn onder
vangen door de beleidvolle wijze, waarop het bestuur
onzer instelling bij voortduring de hypotheekbank
heeft beheerd. En ik meen gerechtigd te zijn om te ver
onderstellen, en wel op grond van het feit, dat de over
wegende meerderheid der Boerenleenbanken zich bij
ons heeft aangesloten, dat ook degenen, die vroeger de
zaak anders inzagen, thans hunne volle sympathie aan
onze vereeniging hebben geschonken. Waren in het
eerste boekjaar nog maar 116 van de 263 Boerenleen
banken aangesloten, d.i. 44%, bij het einde van 1932 was
dit aantal 498 van de 561 of 90%. Wij mogen, in het
belang der zaak zelve, echter niet tevreden zijn, voor
dat wij de volle honderd procent hebben gehaald.
Is uit den gestadigen groei onzer instelling reeds dui
delijk gebleken, dat zij in een werkelijk bestaande be
hoefte voorziet, in de omstandigheden, die wij thans
beleven, mag het nut en de noodzakelijkheid van haar
bestaan zeker niet in twijfel worden getrokken. Want
behalve dat onze hypotheekbank er krachtig toe heeft
bijgedragen, om de liquiditeit der Boerenleenbanken te
bevorderen en aldus aan een der voornaamste bedoelin
gen van hare oprichting heeft beantwoord, is zij tevens
in staat gebleken, om op billijke voorwaarden gelden
op langen termijn aan onze landbouwers te verschaffen
en daarbij de zekerheid te geven, dat bij behoorlijke
voldoening der bedongen rente het kapitaal binnen den