2836
In het kort zijn deze zakelijke richtlijnen de volgende:
le. het crediet moet naar zijn aard een zuiver bedrijfs-
crediet zijn; grondcredieten zijn verboden; 2e. de ge
goedheid van den debiteur moet in elk geval afzonder
lijk terdege vaststaan. Daarom dient zorgvuldig te
worden nagegaan, welke bezittingen en welke schulden
een credietnemer heeft. Zoo noodig neme men inzage
op het hypotheekkantoor om vast te stellen, in hoeverre
het bedrijf belast is. Er moet een behoorlijk overschot
aan eigen kapitaal in het bedrijf zijn, zoodat niet ieder
eerste verlies terugslaat op de credietgevende Bank
of op de borgen; 3e. er dient een behoorlijk vooruit
zicht te zijn, dat rente en normale aflossing kan worden
opgebracht. Daarom is het gewenscht, om bij het toe
staan van uitleeningen voor uitbreiding van bedrijven,
tegenwoordig de meest mogelijke terughoudendheid te
betrachten. Zelfs ligt het o.i. op den weg der bank-
besturen om systematisch een inkrimping der bedrijven
te bevorderen, zoolang de exportmogelijkheden zich
niet herstellen.
In verband hiermede is het dus noodzakelijk, dat af
gelost wordt, zoolang het maar eenigszins kan en het is
dus onjuist om, zooals gelukkig maar een heel enkele
Bank wenscht, bij wijze van algemeene maatregel alle
aflossingen te gaan stopzetten. 4e. de dekking der uit
leeningen moet aan zeer hooge eischen voldoen. Liefst
zij deze zekerheid een zakelijke, d.w.z. hypotheek of
effectenonderpand. Alleen bij los bedrijfscrediet, waar
het meestal gaat om kleinere bedragen en zeer korten
looptijd kan borgtocht worden geaccepteerd. Daarbij
is dan te vermijden het onderling borg blijven en het
te zwaar belasten van bepaalde personen met borg
tochtverplichtingen, terwijl ook de gegoedheid der bor
gen goed moet worden nagegaan. Bij vast bedrijfscre
diet is de hypotheek aangewezen, desnoods versterkt
met borgtocht.
Deze oude richtlijnen moeten in deze moeilijke tijden
met zoo mogelijk nog meer vasthoudendheid worden
gehandhaafd, omdat loslaten daarvan zou medebren-