2809 In veelszins nieuwe gestalte zal onze landbouw zich hebben te ontwikkelen. Ook in die gewijzigde openba* ring mag trots alle zorgen onder Gods zegen op gelukkige uitkomst worden gehoopt indien in vervul* ling treedt de wensch, die aan een der vragenlijsten van de pacht*enquête als slotopmerking was toegevoegd: „Dat oud*Hollandsche energie en spaarzaamheid en vroomheid van onzen taaien boeren* en tuindersstand niet te loor ga". Vader Raiffeisen's persoonlijkheid en zijne beteekenis voor de landelijke bevolking. VI. (Vervolg van blz. 2507). Na de stichting der plaatselijke Boerenleenbanken richt Raiffeisen zijne energie op den uitbouw van de landelijke vereenigingen; zoowel voor het geldverkeer als voor den handel in landbouwartikelen moeten Cen trale Vereenigingen gesticht worden en al deze lande lijke vereenigingen moeten verbonden worden door lid te zijn van eene groote, algemeene organisatie, welke later zich zal oplossen in het G ener al-verband, dat tien duizenden landelijke vereenigingen van allerlei soort zal omvatten. Maar bij dezen uitbouw was Raiffeisen er steeds be zorgd voor om het grondbeginsel van zijne stichtingen te waarborgen, namelijk dat niet zoozeer geldelijk ge win moest nagestreefd worden, als wel de maatschap- pelijk-zwakken te helpen, en het geestelijk en zedelijk welzijn der leden te bevorderen. Helaas! bij de uitbreiding der vereenigingen en bij de ontwikkeling van het handels- en geldverkeer werd later dit grondbeginesl maar al te zeer uit het oog ver loren; en nog ten tijde van Raiffeisen's leven zag hij met bezorgdheid, hoe de ontwikkeling te zeer den ma- terialistischen kant uitging. Daarvandaan dat al zijne redevoeringen, zijne artikelen, zijne brieven, in één

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1933 | | pagina 7