2808 in 1931 verdediging vond. Daar werd door hoogstaande leidslieden de gedragslijn bepleit om zich al meer van de graancultuur af te wenden en aan veehouderij en tuinbouw alle aandacht te wijden. Opvolging van dit advies achten wij gevaarlijk. Eer op beperking dan op uitbreiding van het weidebedrijf moet worden aangedrongen en in de tuinderij komt alleen de fruitteelt voor uitbreiding in aanmerking. Het kan niet anders of waar de buitenlandsche markt in aanzien zal verliezen de verzorging van de nationale markt meer aandacht moet trekken. Door nauwere aan; sluiting aan de behoeften van den Nederlandschen ver; bruiker kan eenige schade worden ingehaald. Ook dieper ingrijpende hervormingen zullen noodig blijken. Treedt niet spoedig in een radicale ommekeer in de buitenlandsche gedragingen hetgeen wij niet durven verwachten dan zal Nederland een goed deel moeten terugkeeren op den weg, die in de negentiger jaren werd verlaten. Wij zullen sterker dan tot dus; verre ons moeten geven aan de teelt van producten die van het buitenland worden ingevoerd en ten aanzien van welke alle voorwaarden van eene rendabele be; drijfsuitoefening binnen onze grenzen aanwezig zijn. Inkrimping van de teelt van exportproducten en uitzet; ting van onzen graanbouw, met name van tarwe en gerst, van onze suikerbietencultuur schijnt ons de aan; gewezen weg. Dat bij de ontbinding van den internationalen vrij; handel ook onze Regeering daarbij aan de nationale productie zekere bescherming verleent zal niet achter; wege kunnen blijven. In hoeverre op een bepaald mo; ment de Regeering dient in te grijpen is hier moeilijk aan te geven. Zeker mag echter de eisch worden gesteld dat zij aan de ontwikkeling van onzen landbouw in den door ons bepleiten zin geen belemmeringen opwerpe en om die reden was het minder gelukkig dat de goede werking van onze prijzenswaardige Tarwewet dreigde te worden verminderd door beperking van den steun tot graanteelt, die niet het derde deel van het boeren; bedrijf te boven ging.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1933 | | pagina 6