2745 ook, zal kunnen brengen. Deze zijn gelijk te stellen met fabrieks* of industrie*arbeiders. Maar er zijn ook streken, waar de boerenarbeider tevens een klein landbouwbedrijf uitoefent. Als de kim deren grooter worden gebeurt het meermalen, dat de vader zijn bedrijf wat kan uitbreiden, en langzamerhand een bedrijf heeft, waarop hij leven kan, vooral als de kinderen wederom als arbeider gaan werken of uitwo* nen. Deze arbeiders kunnen ongetwijfeld door de Boeren* leenbank geholpen worden, want het zijn gewoonlijk oppassende menschen, die zich een eigen, klein boe* renbedrijf willen verzekeren, en dus zeker behooren onder de categorie van personen, die aangeduid wor* den met „oppassende landbouwers". Wat de arbeiders betreft, bij deze gelegenheid mo* gen nog wel eens de opmerkingen herhaald worden, die vroeger reeds in deze Mededeelingen gemaakt zijn. In eenige streken van ons land zijn landbouwende dorpen in industrieele streken herschapen. Menige landbouwer is industriearbeider geworden we den ken hier vooral aan de mijnindustrie en is lid van de Boerenleenbank gebleven. Andere mijnwerkers zijn voor of na lid geworden, en hebben bij voorkomende gelegenheden crediet gevraagd om een eigen huisje te bouwen. Op zich genomen is het zeker een mooi werk, als men den mijnwerker of industrie-arbeider aan een eigen huis helpt, maar.dit ligt niet op den weg eener Boerenleenbank. Wanneer industrie*arbeiders lid zijn eener Boeren* leenbank, dan willen ze ook wel wat in het Bestuur te zeggen hebben en zoo zijn er al hier en daar pogin* gen in het werk gesteld, om een of meer arbeiders tot leden van het Bestuur of van den Raad van Toezicht eener Boerenleenbank te kiezen. Hiertegen moet men uit alle kracht waken, want onze Boerenleenbanken moeten blijven Banken voor de boeren en tuinders en voor hen uitsluitend.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1933 | | pagina 7