2740 geten, maar zeker niet in tijden van nood, van droef heid, van teleurstellingen. Wij moeten ons hoofd en hart naar Boven richten, naar den grooten God, en bij alles, wat er gebeurt, het heerlijke woord van Christus weten te herhalen: „Vader, „indien het Uw wil is, neem dezen kelk van Mij weg. „Neen, niet Mijn wil geschiede, maar de Uwe." Dan komt er rust en kalmte in de ziel, en dan voelt men zich mensch in den hoogsten zin, omdat men dan het edelste en sterkste in den mensch laat spreken, de eeuwigheidsgedachte, en de liefde tot den Verlosser der wereld. Dan zal ook het bekrompen eigenbelang wijken voor de christelijke liefde, en zullen allen samenwerken in broederlijke eendracht, om gezamenlijk de lasten van deze moeilijke tijden te dragen en daardoor elkander verlichting te brengen. Uit deze gedachten zijn de christelijke vereenigingen voor de verschillende standen geboren en niet het minst onze Raiffeisenbanken. De Stichter onzer Boerenleenbanken, Vader Raiffei- sen, zeide het zoo duidelijk in zijn Testament: „Jezus Christus zeide ons: wat gij aan den minsten „onder u hebt gedaan, dat hebt ge aan Mij gedaan. Be denkend dat wij werken voor Hem, voor God, vindt „men de kracht en het uithoudingsvermogen, om zich „niet te laten beïnvloeden door ingevingen van lagere „orde, als die van eer en geld, en niet te laten ontmoedi gen door tegenslag en ondank. Werkende voor God, „marcheeren wij naar de wijsheid en de waarheid, en „verleenen aan onze werken hun waardevollen geest „en inhoud. „Als de circulatie van het geld wordt gedragen door „een geest van naastenliefde en weldadigheid, zal dit „de meest soliede basis zijn voor onze activiteit. Verge len wij nooit, dat zonder deze christelijke plichten het „doel en de taak van onze spaar- en leenbanken nimmer „zullen worden bereikt en vervuld.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1933 | | pagina 2