2706
len. Andere geachte afgevaardigden maken het zich nog
veel eenvoudiger, waar zij meenen, dat met een soort
van moratorium de zaak al opgelost zou zijn. Ik geloof
echter, dat wij het er toch allen over eens zullen zijn,
dat geen maatregel van de Regeering ten aanzien van
het hypotheekwezen te verdedigen ware, indien hij niet
gepaard ging met het oprichten van een voorschotbank.
Men kan geen oogenblik uit het oog verliezen, dat het
ingrijpen in het burgerlijk recht buitengewoon bezwaar*
lijk is, buitengewoon groote sociale gevaren ophoopt.
De ervaring, welke wij met de CrisisdPachtwet hebben
opgedaan, is ook niet in allen deele bemoedigend. Wat
wij ten aanzien van de schaduwzijden van de Crisis-
Pachtwet hebben bemerkt, stemt wel sterk tot naden*
ken. Hoe kan het ook anders, als men bedenkt, dat de
beginselen, welke in het burgerlijk recht zijn verwerkt,
bijv. het beginsel, dat men, een leeningschuld sluitende,
verplicht is tot terugbetaling, of, een land hurende, wer*
kelijk verplicht is de huur te betalen, sociale beginselen
zijn, zonder welke een zakenleven niet bestaan kan.
Het wegnemen van dergelijke pijlers kan wel eens in
hooge mate antisociaal werken en kan wel eens meer
nadeelen dan voordeelen brengen. Wanneer men tot
een dergelijken maatregel overgaat, weet men eigenlijk
niet goed, wat de gevolgen zullen zijn. Vooral ten aan*
zien van de hypotheek zou men werkelijk een sprong
in het duister maken.
Bij wat men zich ten aanzien van de hypotheek vooi*
stelt, heeft men nog veel te veel de aandacht hierop,
dat het eenvoudig ware een soort van moratorium ten
aanzien van de hypotheekrente en de hypotheekschuld
uit te lokken. Als wij bij dat hypotheekvraagstuk ook
goed luisteren, dan schijnt sommigen geachten afge*
vaardigden vrijwel als wensch voor oogen te staan, dat
wij al die verhoudingen, die in de hypotheekwereld op
het oogenblik bestaan, zouden moeten conserveerrn. Bij
die gedachte huiver ik, want wanneer wij een toekomst
te gemoet gaan, waarin wij voor de mogelijkheid moeten
staan om op een veel lager niveau te concurreeren en
waarin wij als blok aan het been zouden hebben de