2704
grijpt, ofschoon ik het daarmede niet eens ben en ik niet
kan begrijpen, hoe men daarin een te ver gaande aan=
tasting van het recht van den crediteur zou kunnen zien.
Ik weet ook, dat men dan redeneert, dat de noodzas
kelijkheid, om dezen maatregel te nemen, nog niet vol*
doende vaststaat. Maar wel wordt thans toch reeds alge
meen toegegeven, dat het noodzakelijk is, een instantie
in het leven te roepen, die tusschenbeide kan komen in
de gevallen van ontijdige executie. In dien gedachten*
gang is het in het leven roepen van een Rijksvoorschots
bank, die de bevoegdheid zou moeten hebben, om in
ieder geval, waarin een crediteur tot executie wil overs
gaan, tusschenbeide te komen, evenzeer onvermijdelijk.
Welnu, Mijnheer de Voorzitter, dan zou ik willen zegs
gen, dat, ofschoon ik van meening blijf, dat hetgeen ik
hiervóór heb aangegeven naar mijn meening volstrekt
noodzakelijk is, de Regeering in deze tijdsomstandighes
den niet meer verantwoord is, als zij niet minstens overs
gaat tot het oprichten eener Rijksvoorschotbank. Ik ben
er zeker van, dat spoedig zal blijken, dat de iets verder
gaande maatregelen, die ik voorstel, onvermijdelijk zuls
len zijn, maar ik zou er mij bij kunnen neerleggen, dat
alvast begonnen werd met het oprichten van een spes
ciale bank, die tot taak krijgt, om in ieder geval, waarin
een crediteur tot executie wil overgaan, haar middelen
te verleenen tot het verkrijgen van een minnelijke ops
lossing. De crediteur, die wil executeeren, zou dan moes
ten verplicht worden, zich tot die Rijksvoorschotbank
te wenden. Deze bank zou de bevoegdheid moeten krijs
gen om tot 80 pCt., en in bijzondere gevallen tot 100 pCt.
der tegenwoordige te schatten waarde der verbonden
goederen te gaan, of wel tot 80 pCt. en voorwaardelijk
tot 20 pCt. daarboven en bij beleening van hypothecaire
vorderingen tot een maxixmum van 80 pCt. aan voors
schot of crediet.
Ik ben er mij wel van bewust, dat de Rijksvoorschots
bank dan natuurlijk niet die taak kan vervullen, die ik
in mijn geschetst en door mij voorgestaan systeem haar
had toegedacht, maar van den anderen kant geloof ik
wel, dat zij in menig geval erger kan voorkomen, indien