2681
z.g. grondkapitaal. Voor het laatste leenen de boeren
leenbanken zich niet, althans niet in den vorm van de
beleggingshypotheek. Het crediet wordt in den land?
bouw veelal door borgstellig geschraagd: daar andere
zakelijke zekerheid veelal niet aanwezig is.
Andere vormen van zekerheidstelling zijn: verpan?
ding van hypothecaire vorderingen, in een enkel geval
effecten onderpand, accepten op veilingen, tegenwoor?
dig ook verpanding van polissen van levensverzekering,
cessie van bestaande en toekomstige vorderingen, ver?
koop van vee met bruikleen enz.
In normale tijden heeft het landbouwcrediet wel
steeds in eigen behoefte kunnen voorzien, de Centrale
Bank te Eindhoven heeft nog nimmer bij de Neder?
landsche Bank eenige promesse behoeven af te geven,
die te Utrecht slechts 9 maal in de 35 jaar van haar
bestaan, maar in de laatste 10 jaar in 't geheel niet
meer. Alles liep vlot en de liquiditeit in Nederland
heeft zich aldus uit eigen kracht opgewerkt.
In het buitenland is het geheel anders. Frankrijk en
Denemarken verleenden reeds in 1897 en 1880 steun
aan het landbouwcrediet.
Lastiger dan in normale tijden is het landbouwcrediet
in abnormale tijden als wij beleven.
De vormen en methoden van credietverstrekking zijn
niet veranderd, de gewone zekerheden worden ook nu
gegeven. Wellicht komt de cessie veelvuldiger voor.
Men kan er verschillende methoden voor uitvinden; het
kort geleden verschenen rapport van de Hollandsche
Maatschappij van Landbouw heeft ongetwijfeld de ver?
dienste, deze stof uitvoerig uitgewerkt te hebben. Spr.
zelf heeft wel eens gedacht aan een wijziging van de
regeling van het pandrecht, waardoor het mogelijk zou
worden, dat de landbouw zonder veel formaliteiten vee
en inventaris verpandde. Intusschen is een of andere
regeling niet de hoofdzaak.
Hoofdzaak is en blijft, dat onze nijveren en hun ge?
zinnen in de 250.000 landbouwbedrijven een bestaan
hebben en behouden. Gelukkig een land, welks regee?
ring dit inziet, want zakt deze onderbouw van de maat?