2662 de schade te vergoeden, door den kassier, op welke ons rechtmatige wijze ook, aan de Boerenleenbank toeges bracht, voor zoover hij zelf die niet kan dragen, tot welk bedrag ook. Dat dit bedrag duizend of tienduizend of nog hooger zou kunnen zijn, daaraan dacht men niet; eerstens omdat de Bank zelve zoo klein was, en twees dens omdat terecht de kassiers steeds gekozen werden uit hen, die het volle vertrouwen van allen genoten. Maar langzamerhand gloeiden de Boerenleenbanken. De ingelegde spaargelden gingen tienduizenden en later honderdduizenden bedragen. Vele der eerste kassiers werden door anderen vers vangen. En onwillekeurig kwam toen de vraag op: Is het wel te vorderen, dat de bestuursleden of anderen onbeperkt borg blijven voor de handelingen van den kassier? Vooral waar zulke borgstellingen wel schade, maar nimmer voordeel konden opleveren, waren er velen, die opzagen tegen het geven van zulke onbeperkte borgstelling; en geleidelijk kwam de beperkte borgstels ling in zwang. De grootte der borgstelling werd bepaald naar ges lang den omzet der bank en hierover beslistte het Bes stuur onder goedkeuring van den Raad van Toezicht. (Zie art. 30 sub 1° der Statuten). Zeer vele borgstellingen werden in den loop der tijs den door zulke beperkte borgstellingen vervangen. Maar ook vele bleven nog immer doorloopen zooals ze oorspronkelijk waren opgemaakt, namelijk voor een om beperkt bedrag. Door de enorme toename van den omzet bij vele Boes renleenbanken kwam eene nieuwe vraag naar voren. En wel deze: kan men wel goedvinden, dat personen, vooral leden van het Bestuur, die zonder eenige vers goeding de Boerenleenbank besturen, ook nog borg blijven voor de handelingen van den kassier? En eene andere vraag was deze: Is het wel prettig

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1932 | | pagina 2