2669
1925
19
9.855.000
519.000
44.354
232
1926
18
10.831.000
602.000
47.962
231
1927
18
12.963.000
720.000
60.201
228
1928
18
14.096.000
783.000
65.013
227
1929
18
14.724.000
818.000
67.887
229
1930
18
13.766.000
765.000
70.344
209
1931
18
11.708.000
650.000
64.255
167
Uit deze cijfers ziet men, dat zoowel het aantal als
het bedrag der leeningen in 1931 zeer veel is verminderd.
Ook bij de 5.682 desaloemboengs (rijstschuren) nam
het aantal leeningen van rijst eenigszins af, maar bes
droeg dan toch nog meer dan één millioen.
Bij de 6.144 Desasvoorschotbanken op Java en Mas
doera nam het bedrag der uitstaande gelden sterk af.
In 1930 bedroeg dit 7.743.000, in 1931 nog maar
5.382.000. Per bank bedroegen de uitstaande gelden in
1930 1294.in 1931 nog slechts 876.
In de Desasvoorschotbanken in de buitengewesten
werd eveneens een sterke teruggang der uitgeleende gels
den waargenomen.
Op den laat-
sten Decem
ber v.h. jaar:
Aantal
banken
Totaal uit
geleende gelden
Gemiddeld
per bank
Aantal
leeningen
in het
boekjaar
Bedrag
p. leening
in het
boekjaar