2649 eischen, die aan een goed geregeld gronderediet kunnen worden gesteld. Uit het vorenstaande volgt, dat het doel der Boeren- Hypotheekbank dus zeer zeker niet onzedelijk of anti sociaal, maar integendeel zelfs zeer in het algemeen be lang is te achten, omdat het bevorderen van een doel matige voorziening in de behoefte aan gronderediet van den boeren- en tuindersstand van erkend groote betee- kenis is voor de welvaart van ons land. Welke de argumenten zijn geweest, die den Centralen Beleggingsraad ertoe hebben gebracht, om ondanks zijn erkenning van de soliditeit der pandbrieven toch te ko men tot een afwijzing, terwijl de redenen daarvan on mogelijk kunnen gelegen zijn in het doel der onderne ming, heb ik niet in de bovengenoemde rede van mr. Truyen kunnen vinden. Zou het gewaagd zijn te ver onderstellen, dat bij dit college dezelfde gedachtengang heeft voorgezeten, die tot uiting komt in het merkwaar digerwijze juist omtrent den tijd, dat de Centrale Be leggingsraad zijn weigerende beslissing gaf, verschenen en mij van bevriende zijde verstrekte nr. 65 van de „Me- dedeelingen aan de leden der Vereeniging van Directeu ren van Hypotheekbanken door de Directeuren der N.V. Utrechtsche Hypotheekbank te Utrecht", in welk blaadje een artikel voorkomt, getiteld: „Schijngestal ten"? Vooreerst bevat dit artikel de vermakelijke mededee- ling, dat de Boeren-Hypotheekbank eigenlijk geen hypo theekbank is! Immers van alle franje ontdaan komt het geen gezegd wordt daarop neer. Weliswaar laten haar statuten slechts belegging in prima gedekte hypothe caire uitleeningen toe, weliswaar wordt door haar be stuur angstvallig vastgehouden aan de desbetreffende statutaire bepalingen, weliswaar voldoen de pandbrie ven dezer Hypotheekbank blijkens haar noteering ter beurze aan alle eischen, die de Vereeniging voor den Effectenhandel voor toelating tot de officieele notee ring stelt, weliswaar heeft deze instelling vanaf haar op richting in 1908 een ongerept bestaan geleid, maar dit

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1932 | | pagina 5