2639
Wanneer de pandgever niet aan zijne verplichtingen
voldoet, kan de geldschieter het onderpand publiek
doen verkoopen.
Niet iedereen kan geldgeven onder bedoeld verband,
maar slechts degenen, die daartoe door den Minister
zijn aangewezen.
Bij deze regeling bestaat geen droit de suite, zoodat
iemand, die te goeder trouw iets koopt, dat onder vers
band ligt, rechtmatig eigenaar is en blijft van het ges
kochte.
Volgens ons tegenwoordig recht kan men ook vee
enz. in huurkoop geven; dan wordt het vee geen eigens
dom van den landbouwer, en als hij het verkoopt is hij
strafbaar. Maar aan dit systeem, dat tot zoovele slechte
praktijken aanleiding geeft, zijn zeer vele bezwaren vers
bonden. Deze worden in den breede uiteengezet in de
Memorie van Toelichting, die de samenstellers bij dit
conceptsWetsontwerp hebben gevoegd, en welke wij
hier laten volgen.
MEMORIE VAN TOELICHTING.
Algemeene Toelichting!
In een tijd als deze moeten vele boeren geld opnemen
om hun bedrijf te kunnen voortzetten. Immers de ins
komsten uit het bedrijf zijn zoo miniem, dat voortzets
ting ervan bij lange na niet daaruit kan worden gefis
nancierd. Het spreekt vanzelf, dat de geldschieters ges
woonlijk zekerheid eischen. Goede borgen zijn thans
schaarsch en die er zijn, betrachten uit den aard der
zaak groote terughoudendheid. Hypotheek gesteld
dat de boer eigenaar van zijn boerderij is kan diks
wijls niet meer worden gegeven; de boerderij is in den
regel reeds tot den top bezwaard (men bedenke hieibij,
dat deze top tegenwoordig zeer veel lager ligt dan vroes
ger). Andere zekerheid kan de gemiddelde boer niet
verstrekken; het eenige wat hij bezit, is zijn vee en
boerderijsinventaris; verpanding hiervan is onmogelijk,
want hij moet de beschikking hierover behouden.