NIEUWE INSCHRIJVINGEN, VERDEELD NAAR DE OORZAKEN DER SCHULD. Perioden en Jaren Gem. 1910-1913 1914-1919 1920-1924 1925-1929 1927 1928 1929 1930 1931 Bedrag (in kapitaal) waarvoor hypothecaire inschrijvingen zijn genomen, schulden, voortspruitende uit geldleening (met inbegrip van de z.g. crediethypotheken) en niet genoemde oorzaken door hypotheek banken, op landelijke eigen- gebouwen dommen door andere banken en instellingen, op landelijke 8.393 9.173 8.356 11.924 9.579 15.488 15.183 12.391 8.891 48.405 82.793 103.176 161.502 156 337 171.671 163.517 211.885 172.794 door particuliere personen, op landelijke 21.147 30.687 68.972 64.301 58.973 77.173 73.137 65.426 65.575 Duizendtallen guldens 46.790 108.973 336.784 300.301 329.048 293.402 301.123 330.512 395.029 40.498 52.902 68.955 64.781 58.538 65.127 63.912 58.833 55.040 84.005 110.859 229.089 208.805 206.253 208.817 198.658 209.321 224.739 schulden voortspr. uitonbet. kooppen. of over- bedeel. bij scheid. 8.618 17.400 23.192 15.282 14.420 14.928 15.977 14.852 12.672 andere schulden x) 4.196 5.076 7.118 9.057 12.547 7.936 5.304 8.958 5.797 TOT ZEKERHEID VAN: gebouwen eigen dommen eigen- I gebouwen dommen Hierin begrepen de lijf- en altijddurende renten en de voorwaardelijke of eventueele schulden.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1932 | | pagina 9