houden. Maar ziet onze boerenleenbanken! Zij, die uit
het onderling vertrouwen der boeren zijn geboren en
daardoor groot en krachtig zijn geworden, zij geven nu
in deze moeilijke tijden op haar beurt haar volle ver
trouwen aan den boer en tuinder terug, die in bange
zorg voor den dag van morgen nochtans dit ééne als
bemoedigende troost heeft: dat de boerenleenbank ach
ter hem staat en dat hij niet behoeft te vreezen, dat hem
juist op het meest ongelegen oogenblik opzegging van
zijn crediet of voorschot dreigt, wat zijn algeheele on
dergang zou kunnen beteekenen. (Applaus.)
De Boerenleenbanken kunnen dit breede en soepele
standpunt ten opzichte van hun leden thans innemen,
omdat zij in het verleden steeds hebben vastgehouden
aan de juiste bedrijfspolitiek onder de leiding van de
Centrale Bank, hierin namelijk bestaande, dat de boe
renleenbanken met haar in hoofdzaak direct opvorder-
bare spaarmiddelen ook alleen en in hoofdzaak het kort-
loopende bedrijfscrediet van de boeren en tuinders
mochten financieren. Aan het feit, dat wij aan deze be-
drijfspolitiek, die ik herhaal het de eenige juiste is,
hebben vastgehouden, danken wij thans onze kracht.
Wij hebben dit beginsel van liquiditeit gehandhaafd,
meer dan eens tegen goed bedoeld verzet van sommige
onzer banken in, die niet verder keken dan hun eigen
kring, en wij hebben niet geaarzeld ter wille van dit be
ginsel zelfs oude takken, die verkeerd groeiden, af te
kappen van den stam. Thans kunnen wij zeggen: God
dank, dat wij op dit punt principieel hebben vastgehou
den aan het eenige juiste standpunt op dit terrein. Daar
aan danken wij het nu, dat onze financieele positie zoo
uitermate sterk is, en dat onze boerenleenbanken en wij
thans een werkelijke steun kunnen zijn voor onze voor
schotnemers en leden onzer boerenleenbanken.
Het is van het grootste belang, dat deze sterke positie
gehandhaafd blijft en daarom herhaal ik het hier nog
eens: Het is niet voldoende als onze Boerenleenbanken
enkel op de soliditeit harer uitleeningen letten, zij moe
ten ook liquide zijn.
2600