2596 is ons bekend, dat onze tegenstanders voor niets terug schrikken om onze organisatie zoo mogelijk te nekken en de meest fantastische geruchten moeten daarbij dienst doen. Zoo hoorden wij b.v. kort geleden verlui den, dat de Centrale Boerenleenbank een groot verlies zou lijden er werd gesproken van 3.000.000, bij de beruchte Kreuger-affaire in Zweden!! Het is eigenlijk te bespottelijk om er over te praten en wat te denken van de mentaliteit, die zelfs den naam van de Centrale Boerenleenbank nog weet te weven en weet verdacht te maken in de hetze en campagne van ver dachtmaking, die tegen de Coöperatieve Handelsver- eeniging te Veghel van zekere zijde wordt gevoerd! Der gelijke dwaasheden, M. d. V., verdienen niets anders, dan dat men ze stilzwijgend voorbijgaat en totaal ne geert. La mort sans phrase! En wat dan te zeggen van de conclusie, die onze goede Kassier aan dergelijken nonsens verbindt, een conclu sie die gij alleen zult kunnen logenstraffen. Want van Lïzelf hangt het af of de Centrale Bank haar glorie tijdperk achter den rug heeft of niet. Mijn overtuiging is, dat de landbouwcrisis wel tijdelijk eenigen teruggang kan geven, maar als onze boeren schouder aan schouder blijven staan, zullen, mits ook de Regeering helpt, deze moeilijkheden overwonnen worden. En dan zal de Cen trale Boerenleenbank juist weder versterkt uit den strijd komen en zal er juist een begin gemaakt worden aan een nieuw tijdperk, dat naar ik hoop dan later als een glorie-tijdperk van de Centrale Boerenleenbank zal kun nen worden bestempeld, en waarvan de verdiensten dan aan de huidige generatie zullen kunnen worden toege rekend. Of het zoo zal gaan, M. d. V., is iets, ik herhaal het, wat onze eigen boeren in de hand hebben. Zonder sa menwerking en onbeperkt onderling vertrouwen is er niets te bereiken, maar als het vertrouwen onzer men- schen zich handhaaft zooals het in het verleden was, en onze organisatie het voorbeeld blijft van solidarisme, met toewijding en enthousiasme in praktijk gebracht,

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1932 | | pagina 16