2593
M. d. V. Ik stel het op prijs bij deze gelegenheid nog
een kleine aanvulling te geven op datgene, wat ik op
de vorige algemeene vergadering over de kwestie „Kes-
sels" reeds heb gezegd. Van sommige zijden is er ons
een verwijt van gemaakt, dat verleden jaar de naam van
den debiteur, waar het geld onzer boeren is terecht ge
komen, niet is genoemd geworden.
Het ligt voor de hand, dat het op eene algemeene ver
gadering niet steeds mogelijk is alles te zeggen, wat
wordt verlangd, omdat nu eenmaal ook voor ons geldt,
dat wij omtrent de wetenschap, die wij ambtshalve krij
gen. het bankgeheim hebben in acht te nemen. Maar
bovendien, M. d. V., zouden wij door destijds dien naam
te noemen de mogelijkheid hebben geopend, dat de
Centrale Bank voor onze mededeelingen aansprakelijk
zou zijn gesteld en dat een actie tot een buitengewoon
hooge schadevergoeding niet achterwege zou zijn geble
ven, temeer waar de betreffende debiteur een bankin
stelling was. Deze bankinstelling, die inmiddels in staat
van faillissement is komen te verkeeren tengevolge
waarvan onze reden tot zwijgen is vervallen, was: De
Hollandsche Credietbank A. G. te Diisseldorf. Een in
stelling, waarmede wij als Centrale Boerenleenbank -
ik behoef dat eigenlijk wel niet te vertellen geen en
kele relatie hadden, maar waarmede wij tegen onzen wil
door de reeds meermalen gewraakte handelwijze van
den heer Kessels in aanraking zijn gekomen. Ik kan
thans tot mijn genoegen mededeelen, dat wij erin ge
slaagd zijn een regeling van zaken te treffen, waardoor
zelfs de mogelijkheid niet is uitgesloten, dat deze geheele
transactie nog zonder of vrijwel zonder verlies voor ons
verloopt.
Het spreekt natuurlijk vanzelf dat, waar de waarde
der dekking die wij nog hebben kunnen bemachtigen
afhangt van de ontwikkeling van den toestand bij onze
Oostelijke buren thans nog niet kan worden aangege
ven hoe de juiste afloop zal zijn en daarom hebben wij
gemeend goed te doen op onze Verlies- en Winstreke
ning een bedrag van 250.000,uit te trekken teneinde
daaruit eventueele tegenvallers te kunnen bestrijden.