2555 voor de Boerenleenbank verloren en zij zal niet on waarschijnlijk de borgen voor betaling moeten aan spreken. Zij heeft nu de onaangename taak, deze borgen, die wellicht leden en zeker vrienden der Boerenleenbank zijn, een verliespost te berokkenen, welke bij het volgen van een andere (betere) gedragslijn ware voorkomen; zij stelt die personen zeer waarschijnlijk in belangrijke mate teleur, omdat zij van het Bestuur terecht of ten onrechte een vroegtijdiger ingrijpen in hun belang hadden verwacht; zij veroorzaakt aldus, dat deze per sonen zich niet licht meer voor borgstelling bereid zul len toonen, misschien wel anderen daarvan zullen terug houden. En de vreemde geldschieter, in het rustig bezit van de hypotheek, lacht wellicht met een instelling, die te zij nen gerieve een zoo zekere dekking heeft laten schieten en nu achter zijn netten in zorgen vischt. Zoo geraakt het instituut der „persoonlijke borgstel ling" in miscrediet. Onweersproken blijft, dat de per soonlijke borgstelling er niet is voor den vorm. Wie borg blijft, moet rekening houden met de kans, dat hij voor betaling wordt aangesproken. En is het eenmaal zoover, dan is er ook geen mogelijkheid, om aan betaling te ontkomen. Maar juist omdat ze niet maar voor den vorm bestaat, doch integendeel, als de omstandigheden voldoening eischen, bittere ernst is, moet alle lichtvaar digheid van de zijde van het Bestuur te dien aanzien zijn uitgesloten en is het diens werkelijke plicht, met de belangen der borgen terdege rekening te houden. De zorg voor de belangen der borgen eischt, dat de verleening van het voorschot op de eerste plaats af hankelijk wordt gesteld van de credietwaardigheid van den voorschot- of credietnemer. Men moet de zaak zoo opvatten, dat de borgstelling er is voor ONVOOR ZIENE moeilijkheden. Dit neemt niet weg, dat de soli diteit der borgen boven eiken twijfel moet vaststaan, maar het vordert van den anderen kant, dat de toestand van het oogenblik de verwachting wettigt, dat de schul denaar zelf zijn verplichtingen zal kunnen nakomen.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1932 | | pagina 7