2534 De verlies* en winstrekening der Centrale Bank ver* toont dan het volgende beeld: BATEN: Rente562.380.23 Provisiën39.577.84 Winstaand. Boeren*Hypotheekbank 2.005.51 Totaal 603.963.58 LASTEN: Onkosten196.632.52 Bijdrage Pensioenfonds 25.000. Bijdrage Onderling Waarborgfonds 5.000. Afschrijving meubilair275. Reserve debiteuren250.000. Winst127.056.06 Totaal 603.963.58 Tegenover de koerswinst op effecten in 1930 behaald, gaf 1931 een aanmerkelijk koersverlies van 4.253.803.06 waarvan een bedrag van 2.067.282.50 kon worden ge* dekt uit de in vorige jaren uit koerswinsten gevormde reserve voor effecten*koersverschillen. Voor het restant van 2.186.502.56 wordt de rekening effecten*koers* verschillen belast. Van dit laatste bedrag, groot 2.186.502.56 werd inmiddels door koersstijging weder* om 1.200.000 ingehaald. W instverdeeling. Volgens de Statuten van de Centrale Boerenleenbank wordt van de winst eerst 10% in het Reservefonds gestort. Van het overblijvende wordt op het gestorte op de aandeelen 6% uitgekeerd, waarna het overige als volgt verdeeld wordt: 85% .aan het gewoon Reservefonds; 10% aan de Gemeenschappelijke Reserve; 5% ter beschikking van de Algemeene Vergadering.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1932 | | pagina 2