2518
Circulaire i. z. Effecten.
EINDHOVEN, Februari 1932.
Aan de Heeren Kassiers onzer plaatselijke
Boerenleenbanken.
Mijne Heeren,
Ingesloten gelieve U aan te treffen de koersopgave
van de effecten, die Uwe bank op 31 December 1931
in eigendom bezat. De effecten moeten op de balans
worden opgenomen tegen den koers, die door ons op in-
liggend formulier A is aangegeven.
Wij zijn van oordeel, dat het ncodig is, dat onze
plaatselijke banken, die een bezit aan effecten hebben,
een rekening „Effecten?koersverschillen" aanleggen,,
om daarop alle koersverschillen, zoowel winst als ver?
lies, tot uitdrukking te brengen. Zijn de beurskoersen
per den datum van de balans lager dan de koersen
van aankoop of lager dan de koersen, verwerkt op de
vorige balans, dan valt er een koersverlies te boeken.
Dit verlies behoeft niet uit de bedrijfswinst te worden
gedelgd. Voldoende is het, als de rekening „Effecten
koersverschillen" daarvoor wordt belast. Is er in eenig
jaar koerswinst, dan wordt deze rekening gecrediteerd.
Op de balans per 31 December komt dus bij koers?
verliezen, (zooals thans het geval is) op de linkerzijde
het koersverlies op effecten als een afzonderlijke post,
te noemen: „Nadeelig koersverschil op effecten" te
staan en wel, voor zoover een eventueel reeds bestaan?
de rekening „Effecten?koersverschillen" op de rechter?
zijde van de balans niet toereikend zou zijn, om het
koersverlies te dekken. Komt er een volgend jaar weder
koerswinst of worden effecten tusschentijds a pari uit?
geloot, dan wordt de rekening „Effecten?koersverschil?
ien" in Grootboek III voor het verschil gecrediteerd.
Zoodoende loopen dus alle koersverschillen over deze
rekening.