2489 verleenen van vaste voorschotten en de provisie, welke bij rekening-courant zal gelden. Verder wordt er gesproken van „zekerheid stellen ten behoeve van derden". Bij de oprichting der Boerenleenbanken stond men voor de groote vraag, of deze wel altijd over voldoende geld zouden kunnen beschikken, om de gevraagde voor schotten te geven. Zou dat niet het geval wezen, dan zou men toch de leden trachten te helpen, door voor hen borg te blijven, als zij elders geld konden lecnen. Gelukkig is deze toestand nooit ingetreden, en heb ben de Boerenleenbanken steeds zelf of door tusschen- komst der Centrale Boerenleenbank over de noodige gelden kunnen beschikken om de gevraagde voorschot ten te geven. Wel is deze zekerheidsstelling te pas gekomen na de oprichting der Boerenhypotheekbank. Bij de Boerenhypotheekbank kunnen degenen, die er crediet aanvragen, in 't algemeen slechts de helft van de som ontvangen, waarop de goederen, die verhypo thekeerd worden, geschat zijn. Maar als de aanvrager een hooger bedrag noodig heeft, dan kan hij tot 2/.: van de geschatte waarde ont vangen, indien de Boerenleenbank, waarvan de aan vrager lid is, voor het meerdere borg blijft. Als bijv. iemand die eene boerenhoeve heeft, welke geschat wordt op 10.000.eene leening bij de Boe renhypotheekbank aanvraagt, kan hij 5000.op dit onderpand ontvangen. Maar als de Boerenleenbank wil borg blijven kan hij in plaats van de helft, twee derden ontvangen of 6.666. Dan moet de Boerenleenbank borg blijven voor het verschil tusschen en 7a of voor 1.666.Zoo dra deze som is afgelost, en de schuld niet meer dan de helft bedraagt, is de borgstelling van de Boerenleen bank vervallen. Deze bepalingen zijn gemaakt, zoowel in het belang der Boerenhypotheekbank als in dat van de leden der plaatselijke Boerenleenbanken.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1931 | | pagina 5