2476 in de spaarbank ontvangt, dat zij hieruit alle gevraagde voorschotten kan geven. Dat is ook het voordeeligste voor de leden, want de plaatselijke banken betalen als rente voor de ingelegde spaargelden minder, dan voor de gelden, die zij bij de C entrale Boerenleenbank moeten opnemen. De Boerenleenbanken dienen ook, om de gelden der leden veilig te beleggen; en aan deze taak hebben zij in al de jaren van haar bestaan schitterend beantwoord. Bij de meer dan twaalf honderd Boerenleenbanken in ons land, heeft nog nooit één spaarder één cent toege geven. En hoevele gelden zijn er niet in de Boerenleen banken belegd, die anders geheel of gedeeltelijk zouden zijn verloren gegaan, want juist de bewoners onzer lan delijke gemeenten worden bestormd door agenten, die allerlei mooie papieren aanprijzen, die naderhand weinig waarde blijken te bezitten. En daarom mag men wel zeggen, dat niet enkel voor de voorschotnemers, maar ook voor de spaarders de Boerenleenbanken een zegen zijn geweest. De Algemeene Vergadering heeft eveneens de be voegdheid om vast te stellen, hoe hoog het bedrag zal zijn, boven welk geen der leden een voorschot mag ont vangen en bij de vaststelling van de grootte van dit be drag houde men er rekening mede, dat de Boerenleen banken in verband met de noodzakelijke liquiditeit zich moeten beperken tot het verstrekken van landbouw- bedrijfscredieten, de behoeft daaraan is natuurlijk in iedere streek anders. Dit is ook een groote veiligheids-maatregel, want daar door wordt voorkomen, dat het risico van de Boeren leenbank bij één en denzelfden persoon te hoog wordt. Men moet dus wel in acht nemen, dat, op welke wijze ookéén persoon geen hooger bedrag mag ontvangen, dan door de Algemeene Vergadering is vastgesteld. Heeft bijv. een persoon een voorschot, en hij vraagt daarbij nog een nieuw voorschot, dan mogen deze twee

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1931 | | pagina 8