2459
rust der volkeren, de wereld redding brenge en den
voorspoed der volken doe herleven.
Daarnaast werken!!
We herhalen hier nogmaals, wat we vroeger al een
keer schreven, we kunnen nu eenmaal1 deze ziens*
wijze om geen opwerpingen los laten: eigen werkzaam*
heid is hard noodig; zuinigheid is dringende eisch, zui*
nigheid vooral in het overtollige; verlaging van het le*
venspeil is nauwelijks te ontloopen; maar.... werkge*
legenheid voor anderen is even hard noodig als al wat
we hier opnoemen!
We mogen toch vooral niet redeneeren: de tijden zijn
zoo onzeker, ik kijk de dingen maar eens af, 'k
laat niets werken, niets repareeren, ik koop niets nieuws
vooraleer de toestanden weer nogmaal zijn!
Als iedereen er zóó over dacht en zóó handelde, dan
konden we het leger van onze werkloozen nog wel met
enkele honderdduizenden vermeerderen.
Zou het dan echter beter zijn? Ook voor ons? En ook
als we de zaken alleen bezien uit economisch oogpunt?
Dat gaat er bij ons niet in! Er is in heel het zaken*
leven, in heel de industrieëele en handelswereld al meer
dan genoeg ontwricht, om op deze wijze nog meer stuk*
ken te maken!
Daarbij: zeker in deze tijden mag niemand vergeten,
dat de beste bestrijding van een zekere revolutionnaire
gezindheid volgens onze meening nog altijd is: te zor*
gen, dat de menschen te werken hebben en geen gebrek
lijden!
Ons dunkt, dat in deze tijden het gemeenschapsge*
voel van ons goed willende volk sterk moet spreken.
En naarmate andere elementen den nood der tijden
uitbuiten voor hun eigen misdadige bedoelingen, moet
hier ieder, wien de rust en het geluk van het iland ter
harte gaat, zijn verantwoordelijkheid des te sterker
voelen!
Dat verantwoordelijkheidsbesef verwachten we bij de
afzonderlijke personen, maar we verwachten het niet
minder bij zoovelen die op een af andere wijze in over*