2454
en zeer zeker geen risico's, waarvan men te voren niet
kan berekenen, hoe groot de eventueele verliezen zou*
den kunnen zijn.
De gezamenlijke plaatselijke Boerenleenbanken heb*
ben een groot bedrag aan Reservefondsen; maar ver*
gelijkt men de Reserve met de verplichtingen der plaat*
selijke Boerenleenbanken, dan is deze nog niet groot
genoeg, en haar bestemming is te dienen voor even*
tueele verliezen op uitstaande leeningen. Slechts enkele
Boerenleenbanken beschikken over zulke groote reser*
vefondsen, dat zonder gevaar kan overwogen worden
een gedeelte ervan voor hulpverleening aan te wenden.
Maar al kunnen de Boerenleenbanken geen risico's
op zich nemen, zij kunnen wel de helpende hand bieden,
als anderen het risico dragen.
In de rede van Dr. Droessen op het Landbouwhuis*
houdkundig Congres te Vlissingen gehouden heeft men
kunnen lezen, dat zoowel Rijk, provincies, gemeenten,
als Land* en Tuinbouwvereenigingen steunmaatregelen
bij credietverleening beramen.
De Besturen der Centrale Banken worden gewoonlijk
in deze geraadpleegd, en daarom is het zoo noodig, dat
de Besturen onzer plaatselijke Boerenleenbanken zoo*
veel mogelijk inlichtingen aangaande de bestaande toe*
standen aan de Centrale verstrekken.
De Rente bij de Duitsche Centrale Boeren
leenbanken.
Het Jaarverslag over 1930 van de verschillende Cen*
trale Boerenleenbanken (Zentralkassen) is verschenen,
en bevat vele belangrijke gegevens.
Wat bijzonder moet opvallen is de hooge rente, welke
de plaatselijke boerenleenbanken moeten betalen voor
leeningen bij de Centrale Banken; dit is een natuurlijk
gevolg van de hooge rente, die de Centrale Banken te
betalen hebben voor de haar verstrekte credieten.
Van de 28 Centrale Banken, aangesloten bij het