2462 talen, niet dat zij in het geheel niet zullen betalen. Zelfs al is de leening zoo laag, dat zij volkomen binnen de draagkracht van den leener ligt, dan nog ontstaat daar* op thans veel gemakkelijker achterstand dan vroeger op een leening, die niet alleen absoluut maar zelfs in verhouding tot liet toenmalige grootere inkomen hoo* ger was. Dat ligt hieraan, dat, indien zich tegenslagen voordoen, vroeger betrekkelijk gemakkelijk bijverdien* ste kon worden gevonden of iets kon worden verkocht of desnoods bij een derde kon worden geleend en zoo achterstand kon worden voorkomen; thans zijn al der* gelijke geldbronnen vrijwel verstopt, omdat in het desa* milieu bijna niemand meer geld missen kan. De in het Verslag gepubliceerde cijfers bewijzen het boven gezegde. De Desabanken (dorpsbankjes) die er met duizenden in Indië bestaan, zijn, zooals we vroeger meermalen gezegd hebben, geen coöperatieve banken, waarvan de inlanders lid zijn, maar banken, door of van wege de overheid opgericht, en bestuurd. De inlanders ontvan* gen hier voorschotten, die wel klein zijn, maar voor hunne verhoudingen toch groot. Deze voorschotten worden in termijnen terugbetaald. Zooals men uit de volgende statistiek ziet, zijn de be* dragen die per bank en per leener uitgeleend werden, lager dan in de voorafgaande jaren. Desabanken op Java en Madoera. Jaar Aantal Desa banken Uitgeleend Aantal leeners Uitgeleend per bank Uitgeleend per leener 1917 2 107 f 7.713.000 623.000 f 3.660 f 12 1919 1.994 6.667.000 505.000 3.343 13 1921 2.261 10.175.000 433000 4.739 24 1923 3.482 20.732.000 672.000 5.954 31 1925 4.307 31.995.000 902.000 7.429 35 1927 5.032 37 222.000 952.000 7.396 39 1929 5.666 44.964.000 1.087.000 7.936 41 1930 5.986 40.888.000 1.121.000 6.831 36

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1931 | | pagina 10