2438 Toegetreden Boerenleenbanken. Sedert de laatste opgaaf zijn bij onze Centrale nog aangesloten de nieuw opgerichte Boerenleenbanken te Asenray (L.) en Knegsel (N.*B.). De rente der Rijkspostspaarbank. 1 er voorkoming van misverstand en in aansluiting methetgeen in Mededeelingen blz. 2393 (nr. 179, Juni 1931) geschreven is, vestigen wij op het volgende de aandacht. De Wet op de Rijkspostspaarbank hield tot nu toe in: dat de jaarlijksche rente bedraagt 2.64 ten honderd. Nu is bij Wet van 21 Mei 1931 (die in werking treedt op 1 Januari 1932) bepaald: dat de rente ten hoogste 3 ten honderd kan zijn. Er is dus niet voorgeschreven: dat die rente ook 3 ten honderd zal zijn, doch enkel de bevoegdheid verleend om tot maximum 3% te verhoogen. En in de tegenwoor* dige omstandigheden is het niet te voorzien, dat van die bevoegdheid spoedig gebruik gemaakt zal worden. In vele nieuwsbladen werd echter het onjuiste bericht opgenomen, als zou de rente bij de Rijkspostspaarbank met ingang van 1 Januari 1931 stellig 3bedraden. De Crisis en het Landbouwcrediet. Over dit actueel onderwerp werd op het Landbouw- huishoudkundig Congres eene belangrijke inleiding ge houden, welke wij hier in haar geheel laten volgen, met een kort verslag van het daarna gehouden debat.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1931 | | pagina 2