2451
Ir. S. L. Louwes, regeeringscommissaris voor de tarwe-
wet wees er op, dat men ook rekening moet houden met
de grondprijzen, die eigenlijk een afgeleide waarde heb
ben. Als men meent, dat de crisis een einde zal nemen,
kan men denken dat het in orde komt. Maar nu zit men
met veelal te hooge hypotheek, en steun daarin is z.i. van
veel meer beteekenis dan het verschaffen van bedrijfs*
crediet.
Mr. P. Dieleman, voorzitter der Zeeuwsche Landbouw-
maatschappij, zeide, dat er hulp noodig is en wel dade
lijk. Men moet z.i. niet wachten tot een bepaald urgen*
tieprogramma is afgewerkt. Spr. verwacht niet veel
steun van de plattelandsgemeentebesturen, die z.i. veelal
zeer kortzichtig zijn.
Men is veelal niet in staat zich de toestanden goed in
te denken,en daarom moet men zeker de landbouwor*
ganisaties inschakelen. De boerenleenbanken geven toch
alleen crediet onder borgstelling, en niemand verleent
dat thans en weinigen zijn er ook toe instaat. Alleen de
Centrale Raiffeisenbank zou gemachtigd kunnen wor*
den zonder borgen crediet te verleenen. De zaak moet
volgens spr., provinciaal geregeld worden, al is ook een
landelijke regeling, zooals bijv. in Mexico, goed mogelijk.
Maar vooral is provinciaal goed, omdat iedere provincie
een afzonderlijk karakter heeft. Voor Zeeland bijv. zou
de rijkssteun voor tarwe en bieten aan een daarvoor in
te stellen lichaam kunnen worden gecedeerd. En dit zou
dan als credietinstelling kunnen werken. Alleen bedrijf
ven, die slechts gebrek aan bedrijfscrediet hebben, zou*
den dan geholpen kunnen worden, waar dit nu niet op
de normale wijze kan geschieden.
Ir. J. Siebenga, secretaris der Z. L. M. geloofde, dat
vooral het hypothecair crediet moet worden bekeken en
dit speciaal ten opzichte van de aflossingen, waarvan
opschorting reeds velen zou redden. Het betalen der
pachten in het voorjaar heeft slechten invloed op het
aankoopen van goede meststoffen en dit weer op het
resultaat der bedrijven. Men kan met den heer Stroink
de zaak maar laten uitzieken, maar spr. meende, dat
alles moet gedaan worden om te redden, wat nog te