2414
bouwd, n.1. eerst 5 pCt. der winst voor de wettelijke
reserve tot een maximum van 10 pCt. van het uitgege
ven aandeelenkapitaal. Nadat alsdan 6 pCt. (cumulatief)
aan de aandeelhouders zal zijn uitgekeerd, zal de rest
der winst voor 75 pCt. ten goede komen aan de Regee
ringen n.1. 70 pCt. voor aflossing der speciale reserve A.
en 5 pCt. als bonus en verder voor 25 pCt. beschikbaar
zijn voor een supplementair niet cumulatief dividend
van ten hoogste 6 pCt. (voor reserves voor speciale doel
einden) voor overschrijving op nieuwe rekening. Van
het kapitaal zal als eerste tranche 25 millioen Franken
worden uitgegeven en deze eerste aandeelen zullen als
aandeelen A. worden aangeduid en de overige aandeelen
als aandeelen B.
„De aandeelen A. zijn op naam, terwijl de aandeelen
B. op naam of aan toonder kunnen zijn. Op de alge-
meene vergaderingen hebben de houders der aandeelen
A. één stem per aandeel, de houders van aandeelen B.
één stem per 15 aandeelen. Buitendien hebben de hou
ders van aandeelen A. het recht van voorkeur bij uit
gifte der eerste tranche van de aandeelen B. Voor de
uitgifte van verdere tranches van aandeelen B. hebben
de houders van aandeelen A. en B. gelijke rechten van
voorkeur.
„Houders van aandeelen A. en B. hebben gelijke rech
ten bij de verdeeling van de winst en bij iedere andere
verdeeling van de activa van het Instituut. Overschrij
ving van aandeelen A. is alleen mogelijk met toestem
ming van den Raad van Beheer. Deze verdeeling in
aandeelen A. en B. is geschied, in verband met het doel
om de aandeelen A. zooveel mogelijk te plaatsen in han
den van grond- of landbouwcredietinstituten in de lan
den, die aan de conventie deelnemen en deze instituten
groot recht van medespreken te geven. Dit heeft vooral
beteekenis, omdat de deelnemende staten recht hebben
op uitgifte in hun land van een gedeelte der aandeelen
A.. in verhouding tot het aandeel, dat zij hebben geno
men in de speciale reserve A. Daarbij is dan tevens be
paald, dat de grond- en landbouwcredietinstellingen