2391 en heeft het in overleg met het bestuur zijner bank voor andere doeleinden gebruikt, zooals hij ons berichtte. Ware door den heer Kessels aan onze bank medege* deeld, dat het bedrag te hoog was, dan zoude deze ons getwijfeld bereid zijn geweest de vergoeding op een lager bedrag vast te stellen. Intusschen heeft de heer Kessels ons bericht, dat hem alleen deze twee gevallen bekend zijn, die beide reeds in zooverre abnormaal waren, dat telkens de bes paling van het bedrag aan de bank te Eindhoven werd overgelaten en dat hij daaruit de gevolgtrekking had gemaakt, dat de schattingskosten over het algemeen te hoog waren. Hij schreef er echter bij, dat hij nu de overtuiging heeft, dat dergelijke bedragen niet als regel worden betaald en dat zijn bezwaren zijn opgeheven. Ik meende naar aanleiding van het gesprokene in de vorige Algemeene Vergadering verplicht te zijn thans mededeeling te doen van het ingestelde onderzoek, waaruit U kan blijken, dat deze kwestie tot bevrediging van den geachten interpellant is opgelost. Na het inleidend woord van den voorzitter komt de agenda in behandeling. Bij punt 1 werden de notulen der vorige vergadering goedgekeurd, onder punt 2 en 3 worden resp. de secres tarissen en stemopnemers benoemd. Vervolgens wors den Balans en Verliess en Winstrekening over 1930 en voorstel tot Winstverdeeling goedgekeurd. Herbenoemd tot lid van het Bestuur wordt de heer Jhr. Mr. J. Th. M. Smits van Oijen te Eindhoven, terwijl de heer Jhr. Mr. C. M. O. van Nispen tot Sevenaer te 'ssHertogenbosch herkozen wordt tot lid van den Raad van Commissas rissen. In plaats van den heer J. Th. M. van den Heuy te Arnhem, lid der Balanscommissie, die om zijn vele verdiensten wordt dank gebracht, wordt gekozen de heer H. Ruijter, Secretaris van den A. B. T. B. te Arnhem. Van de rondvraag wordt gebruik gemaakt door den Zeereerwaarden heer Doens te Sas van Gent, de heeren

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1931 | | pagina 19