2383 financieele positie van ons land ten opzichte van vele andere landen, aan wijziging onzer handelspolitiek, aan maatregelen ter bevordering ook van den binnenland- schen afzet van onze landbouwproducten, waarbij wij van het buitenland veel kunnen leeren. Ik denk hier nog aan tal van andere maatregelen, die ik echter niet zal opsommen, teneinde niet te veel tijd van deze ver gadering te vergen. Onze Banken M. d. V. staan voor een dubbel zware taak in den tegenwoordigen tijd. Eenerzijds heb ben zij te zorgen, dat zooveel mogelijk bewaard en be houden wordt, wat in vroeger jaren met zorg en moeite is opgebouwd. Daarvoor is een verscherpt toezicht op de positie van voorschotnemers en borgen geboden, en een voortdurende zorg voor verbetering der dekkingen. Maar anderzijds moeten zij door nieuwe credietverlee- ningen de gezonde ontwikkeling blijven bevorderen. Maar hierbij zullen zij met nog meer zorg hebben te waken voor de juiste besteding der gelden voor wer kelijk productieve doeleinden, en moeten zij voorkomen, dat er tot onvoorzichtige uitbreiding van bedrijven wordt overgegaan in streken, waar daartoe nog de nei ging bestaat, een en ander zonder aanzien des persoons. Tenslotte moeten zij de noodige maatregelen weten te treffen, om de positie der Banken gezond te houden. Ik weet zeer goed, dat ik hier in weinig woorden zeer zware eischen opsom, waaraan onze plaatselijke beheer ders in de huidige omstandigheden moeten voldoen, en het is niet anders dan met groote voldoening dat ik kan constateeren, dat wij de ervaring hebben opgedaan, dat onze plaatselijke besturen blijk geven hun taak ook in dit opzicht te verstaan, en in naam der organisatie zeg ik hun hierbij dank voor den ijver en toewijding, waar mede zij deze vooral thans op het eerste gezicht zoo ondankbare taak blijven vervullen. Maar straks, als de wolken zullen zijn opgetrokken want na regen komt zonneschijn en de crisis zal niet eeuwig blijven duren - zullen zij blijken zich in hooge mate verdienstelijk te hebben gemaakt. De taak, die zij in christelijke naastenliefde op zich

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1931 | | pagina 11