2344 leenbanken geholpen worden) is een iets hoogere de* betrente .te vorderen dan van individueele leden der Bank. V. Bij Boerenleenbanken, die geregeld bij onze Cen trale debet staan, kan het aanbeveling verdienen, dat zij haar spaar*, deposito* en loopende*rekening*creditren* ten iets hooger stellen dan hierboven sub I en II gead* viseerd is; namelijk indien de plaatselijke Beheerders met grond verwachten, dat daardoor de inleggelden be= duidend zullen toenemen. Het kan immers voor zulke Banken voordeeliger zijn, indien zij door een matige verhooging voldoende bedrijfskapitaal uit eigen kring betrekken, dan dat zij een aanmerkelijk deel daarvan bij de Centrale moeten leenen. Men zorge evenwel ook hier voor een behoorlijk ver* schil tusschen de debet* en creditrenten (zooals hier* boven sub III gezegd is). Overigens geldt bij Uw nieuwe rentebepalingen met inachtneming van de thans te wijzigen percenta* ges nog steeds hetgeen in het artikel „De Rentepoli* tiek bij de plaatselijke Boerenleenbanken" (Mededec* lingen 114, December 1925) geschreven is. In vorenstaand hebben wij slechts eenige algemeene richtlijnen kunnen aangeven. Bij voorkomende geval* len zullen wij, desgevraagd, voorlichting verstrekken. Ten slotte geven wij, ter bevordering van den goeden gang van zaken bij Uw Bank, den raad: de rentewijzi* ging niet uit te stellen, doch in een zoodra mogelijk te houden Algemeene Vergadering tot stand te doen brengen. Hoogachtend, Coöp. Centrale Boerenleenbank Het Bestuur: A. N. FLESKENS, Voorzitter. Mr. V. DUBOIS, Secretaris. De Raad van Toezicht: Mr. TH. J. H. AQUARIUS, President.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1931 | | pagina 4