2316 5. De Boerenleenbank blijft zooals reeds gezegd is vrij, om de gevraagde credietverleening toe te staan of te weigeren. Zij behoort van iedere crediet* of voor* schotverleening (ook als de gewone bepalingen voor hef vragen van goedkeuring aan het Bestuur der Centrale Bank niet toepasselijk zouden zijn) mededeeling te doen aan het Bestuur der Centrale Bank, liefst onder inzen* ding van een duplicaat van het hierachter afgedrukte aanvraagformulier dat voor de Provincie moet worden gebruikt en dat ter Gemeente*Secretarie wel verkrijg* baar is. 6. Alvorens de Gemeente de garantie kan verleenen, behoort er een door Gedepueterde Staten goedgekeurd raadsbesluit te zijn. 7. De gelden mogen niet worden uitbetaald voordat dc geteekende garantiestukken van provincie en ge* meente in het bezit der Bank zijn en de schuldbeken te* nis geteekend is. 8. Wanneer een toegekend voorschot niet ineens ge* heel wordt opgenomen, treffe men de volgende regeling: men late een schuldbekentenis teekenen voor het volle bedrag van het toegestane voorschot, voor welk bedrag de bank ook voorschotboekjes uitgeeft; het niet be* noodigde gedeelte boeke men zoolang op een spaar* boekje en naar gelang der behoefte kan men dan van dit tegoed tegen kwitantie en met inachtneming der voorwaarden gelden afhalen. Of op de hier bedoelde spaarrekeningen, redelijker* wijs dezelfde rente vergoed zal worden, als de betrok* ken debiteur voor het voorschot moet betalen, laten wij aan de beoordeeling onzer Banken over. Verder gelieve hier aan te treffen de circulaire der Gedeputeerde Staten van Noord*Holland, gezonden aan de Gemeentebesturen, de Algemeene Voorwaarden, Regelen betreffende de garantie*verleening, aanvraag* formulier, een en ander betrekking hebbende op de akkerbouwvoorschotten. Voor het model der garantiebewijzen zij verwezen naar „Mededeelingen" no. 174.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1931 | | pagina 8