2324
tie na de aanvrage te hebben behandeld in eene gemeen*
schappelijke vergadering met een vertegenwoordiger
van de plaatselijke bank, die het voorschot zal ver*
leenen, en met een vertegenwoordiger van de (eene)
plaatselijke landbouwvereeniging, en dat wel, indien de
aanvrager bij zoodanige vereeniging is aangesloten, bij
voorkeur met een vertegenwoordiger van deze ver*
eeniging.
Het besluit tot het verleenen van de garantie worde
geacht genomen te zijn onder de voorwaarde, dat de
Provincie 70% van het voorschot garandeert en voorts
onder de algemeene voorwaarden, behoorendc bij deze
regelen.
Een afwijzende beslissing op de aanvrage wordt niet
genomen, dan nadat de belanghebbende in eene ge*
meenschappelijke vergadering als bovenbedoeld in de
gelegenheid is gesteld de aanvrage toe te lichten.
4. Indien tot het verleenen van de Gemeentelijke
garantie wordt besloten, voorzien Burgemeester en
Wethouders te zamen met de in Art. 3 bedoelde ver*
tegenwoordigers de aanvrage van de gegevens, welke
zij kunnen verschaffen ten aanzien van de levensvat*
baarheid en den financieelen toestand van het bedrijf,
en zenden zij, de aanvrage, vergezeld van de daarbij
behoorende stukken, waaronder een rapport van de
plaatselijke bank, met vermelding van hunne beslissing,
ook omtrent het bedrag van het gegarandeerde voor*
schot, aan Gedeputeerde Staten van Noordholland,
welke vervolgens beslissen omtrent het al dan niet ver*
leenen van de Provinciale garantie.
5. Burgemeester en Wethouders oefenen een voort*
durend toezicht uit, of het voorschot overeenkomstig
de bedoeling daarvan wordt gebruikt en of er om
eenigerlei reden aanleiding bestaat dit onmiddellijk
terug te vorderen. Zij geven van hunne bevindingen
verslag aan Gedeputeerde Staten. Elk jaar in de maand
April zenden zij aan Gedeputeerde Staten een volledig
overzicht van den stand der voorschotten, verleend aan
akkerbouwers in hunne gemeente.
6. De Provincie draagt geenerlei kosten, te maken
door de Gemeentebesturen.