2298 Bedrag der voorschotten: Op 31 December 1929 52.015.635.88" Op 31 December 1928 48.597.744.26" Toename 3.415.871.62 Bedrag der schuld in Loopende Rekening: (Debiteuren) Op 31 December 1929 22.026.436.05 Op 31 December 1928 19.873.511.56 Toename 2.152.924.49 Reserves: De gezamenlijke, bij de Centrale Boerenleenbank van Eindhoven aangesloten Boerenleenbanken hadden aan Reserves Op 31 December 1928 rond 5.162.000 Van de in 1929 behaalde winst kon worden aangenomen, dat aan de Reserve kan wor* den toegevoegd een bedrag van 440.000 Men mag aannemen, dat van de in 1930 behaalde winst aan de Reserve kan wor* den toegevoegd 440.000 Zoodat de gezamenlijke Reserves der plaatselijke Boerenleenbanken op 31 De* cember 1930 bedragen 6.042.000 Op 31 Dec. 1924 101.535.000 58.073.000 57.1 Op 31 Dec. 1925 112.078 000 60.294.000 53.6 Op 31 Dec. 1926 113.635.000 63.582.000 56.9 Op 31 Dec. 1927 119.332.000 65.516.000 54.9 Op 31 Dec. 1928 129.768.000 68.471.000 52.7 Op 31 Dec. 1929 138.763.000 74.042.000 53.3 Zooals uit deze cijfers blijkt zijn de spaargelden in 1929 weerom beduidend toegenomen, maar percents* gewijze zijn de voorschotten nog meer toegenomen, zoo* dat per duizend gulden spaargelden meer aan voorschot* ten is uitgegeven in 1929 (nl. 533) dan in 1928 (nl. Totaal der spaargelden Totaal der voor- Per en ontva gsten in schotten en uit- cen- loopende Rekening gaven in loopende tage. (afgerond). Rekening (afgerond)

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1931 | | pagina 6