2273
Circulaire der Gedeputeerde Staten
van Noord-Holland, gezonden aan
de Gemeentebesturen.
HAARLEM, 24 December 1930.
De Staten dezer provincie hebben in hunne Vergade*
ring van 28 October 1.1. besloten ons College te mach*
tigen de ProvincJie borg te stellen voor de richtige
naleving van de overeenkomsten van geldleening,
welke door tuinders in de provincie, die naar het oor*
deel van ons College voor steun in aanmerking komen,
zullen worden gesloten ten behoeve van den aankoop
van meststoffen en andere bedrijfsbenoodigdheden en
voor de betaling van in het bedrijf onontbeerlijke
arbeidskrachten, met dien verstande, dat de borgstel*
ling zich beperkt tot telkens 70% der voorschotten, en
onder voorwaarde, dat de overige 30% door de gemeen*
ten hunner woonplaats wordt gegarandeerd.
De Staten hebben gemeend aldus, op overeenkom*
stige wijze als zulks in 1923 geschiedde, te hulp te moe*
ten komen aan de tuinders, die tengevolge van de hui*
dige crisis in den tuinbouw in moeilijkheden verkeeren
en van wie verwacht mag worden, dat zij zich staande
zullen kunnen houden, indien zij door de medewerking
van de overheid in staat worden gesteld zich de voor
het bedrijf noodige voorschotten te verschaffen, welke
zij zonder die medewerking niet kunnen verkrijgen.
De regeling, welke thans is getroffen, wijkt in zoo*
verre af van de regeling, die in 1923 heeft gegolden, dat
de Provincie niet als toen 90%, doch slechts 70% dezer
voorschotten garandeert en dat 30% door de gemeen*
ten zal moeten worden gewaarborgd. Het is ditmaal
noodzakelijk geoordeeld de gemeenten in de steun*
verleening te betrekken, omdat het nemen van maat*
regelen tot het benoud van de middelen van bestaan
der ingezetenen voor alles tot de taak der gemeenten
behoort en het gemeentebelang bij dit behoud in hooge
mate is betrokken. De deelneming der gemeenten zal
ook het voordeel opleveren, dat de gemeentebesturen,