2288
SCHULDBEKENTENIS.
(Schuldboekje no.
De ondergeteekende
erkent schuldig te zijn aan de
bank tede som van
(zegge fwegens zoovele ter
leen ontvangen gelden, zulks tegen eene rente van
ten honderd 'sjaars, welke rente voldaan
moet worden vóór terwijl, bij
eventueele verlenging van den termijn der geldleening,
de verdere rente voldaan moet worden vóór
Ten opzichte van deze leenschuld gelden de volgende
bepalingen:
dat de hoofdsom zal moeten worden terugbetaald
uiterlijk behoudens verlenging van
dezen termijn onder goedkeuring van Gedeputeerde
Staten van Noordholland en van Burgemeester en Wet*
houders van
dat de rentevoet door de bank kan worden gewijzigd;
dat de hoofdsom en rente, zonder dat eene ingebreke*
stelling noodig is, aanstonds opeischbaar zal zijn bij
verhuizing, overlijden, faillissement of onder*curateele
stelling van den ondergeteekende, alsook ingeval de
goederen van den ondergeteekende geheel of ten deele
in executoriaal beslag worden genomen of hem surséan*
ce van betaling wordt verleend;
dat de kosten, vallende op gerechtelijke of buiten*
gerechtelijke invordering van het door ondergeteekende
verschuldigde bedrag te zijnen laste komen;
dat ondergeteekende zich zonder eenig voorbehoud
onderwerpt aan de hem bekende, bij besluit van Ge*
deputeerde Staten van Noordholland van 24 December
1930, no. 185, vastgestelde Algemeene Voorwaarden,
waaronder voorschotten aan tuinders kunnen worden
T uinbouw voorschot.