2285 11. Welke schulden hebt gij? I. a. oorspronkelijk bedrag der hypo* theken totaal daarop afgelost bedrag zoodat totaal aan hypotheken nog verschuldigd is b. rente c. achterstallige huur Totaal d huishoudelijke schulden e. andere schulden (hierbij te vermelden, hoeveel mogelijk nog is te voldoen voor huurkoop van den opstal) Totaal schulden II. Heeft de boerenbank te Uwen behoeve een crediet geopend? Zoo ja: a. tot welk bedrag? b. Hoeveel is daarop reeds ontvangen? 12. Welke van Uw schulden zullen onmiddellijk moeten worden voldaan? Op grond waarvan meent gij zulks? 13. Welke vervallen schulden kunnen naar Uwe meening uitge* steld worden, tot welk bedrag en tot wanneer? 14. Bedrag en doel van het ge* vraagde voorschot? 15. Op welken datum en in welke termijnen is het wenschelijk het gevraagde voorschot te ver* strekken? 16. In welke termijnen stelt gij U voor het voorschot te kunnen aflossen? (Het voorschot moet voldoende zijn, doch ook niet grooter dan noodig is om het hedrijf gaande te houden).

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1931 | | pagina 21