2282 onder de algemeene voorwaarden, behoorende bij deze regelen. Een afwijzende beslissing op de aanvrage wordt niet genomen, dan nadat de belanghebbende in eene ges meenschappelijke vergadering als bovenbedoeld in de gelegenheid is gesteld de aanvrage toe te lichten. 4. Indien tot het verleenen van de Gemeentelijke garantie wordt besloten, voorzien Burgemeester en Wethouders te zamen met de in Art. 3 bedoelde vers tegenwoordigers de aanvrage van de gegevens, welke zij kunnen verschaffen ten aanzien van de levensvats baarheid en den financieelen toestand van het bedrijf, en zenden zij de aanvrage, vergezeld van de daarbij behoorende stukken, waaronder een rapport van de plaatselijke bank, met vermelding van hunne beslissing, ook omtrent het bedrag van het gegarandeerde voors schot, aan de Provinciale Commissie uit de veilingen in NoordsHolland. Deze Commissie voorziet de stukken van haar advies en zendt die daarna aan Gedeputeerde Staten, welke vervolgens beslissen omtrent het al dan niet verleenen van de Provinciale garantie. 5. Burgemeester en Wethouders oefenen een voorts durend toezicht uit, of het voorschot overeenkomstig de bedoeling daarvan wordt gebruikt en of er om eenigerlei reden aanleiding bestaat dit onmiddellijk terug te vorderen. Zij geven van hunne bevindingen verslag aan Gedeputeerde Staten en aan de Provinciale Commissie. 6. De Provincie draagt geenerlei kosten, te maken door de Gemeentebesturen en de Provinciale Coms missie. 7. De Provinciale Commissie houdt voor hare rekes ning eene administratie, waaruit de stand van de loos pende voorschotten blijkt; alle hierop betrekking hebs bende bescheiden zijn ten allen tijde ter inzage van Gedeputeerde Staten en van de Colleges van Burges meester en Wethouders ieder voor zooveel hen aans gaat.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1931 | | pagina 18