2279 volgens de aanwijzingen door of namens Burgemeester en Wethouders te geven, te voeren en controle daarvan te gedoogen, voorts voor een behoorlijk onderhoud van het bedrijf en al de aankleve van dien zorg te dragen, controle daarop te gedoogen, alle gewenschte inlichs tingen te verstrekken en eventueele aanwijzingen van Burgemeester en Wethouders inzake wijziging van de cultuur op te volgen. 13. Het voorschot wordt ineens, dan wel in termijn nen, op de wijze, door Burgemeester en Wethouders in overleg met de banken te bepalen, naar behoefte uit* gekeerd. 14. Voor elk verleend voorschot wordt door de Bank een door Burgemeester en Wethouders gewaar merkt schuldboekje in duplo uitgegeven. Het origineele schuldboekje blijft in het bezit van de bank, terwijl het duplicaat aan den voorschotnemer wordt ter hand ge; steld. 15. Het formulier van de door de bank te bezigen schuldbekentenis wordt door Gedeputeerde Staten vastgesteld. 16. Het is niet geoorloofd door den voorschotnemer accepten te doen teekenen ten behoeve van het ver* leende voorschot. 17. De bank verbindt zich voor alle aflossingen in beide boekjes kwijting te verleenen en ten allen tijd aan Gedeputeerde Staten, aan Burgemeester en Wethou* ders en aan de Provinciale Commissie inzage van het bij haar berustende schulcboekje te geven en voorts bij den aanvang van elk kwartaal aan Burgemeester en Wethouders en aan de Provinciale Commissie eene op* gave te doen toekomen van het bedrag, dat in de vers loopen drie maanden op elk voorschot is uitgekeerd of afgelost, en van de betaalde rente. 18. Alle aflossingen, welke de voorschotnemer na het verleenen van de provinciale en gemeentelijke ga= rantie aan de bank voldoet, zullen, behoudens de uit« drukkelijk bij het verleenen van vroegere voorschotten bedongen periodieke aflossingen op deze voorschotten

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1931 | | pagina 15