andere door hem aan te wijzen personen doen ter zijde staan. 7. De bij het A.V.B. aangesloten fabrieken verbin* den zich hun lidmaatschap van het A.V.B. niet te ver* breken, zoolang de ingevolge deze regeling te verlee* nen regeeringscredieten met de daarop vallende rente niet ten volle zijn terugbetaald. Bij overtreding van deze bepaling wordt het onafgeloste gedeelte van de regee* ringscredieten, die aan de uittredende fabriek of fabrie* ken zijn ten goede gekomen, met de verschuldigde rente direct opvorderbaar. De coöperatieve fabrieken, betrokken bij een krach-, tens deze regeling te verleenen crediet verbinden zich het noodige te bewerkstellingen, teneinde te verzekeren, dat leden, die in het genot zijn van een zoodanig crediet niet kunnen uittreden zoolang het voorschot of de voor* schotten niet ten volle met latere uitkeeringen ver* rekend zijn. Het Voorloopig Verslag van de Tweede Kamer over dit Wetsontwerp is verschenen. Er bleek algemeene waardeering te bestaan voor het streven der Regeering om het veenkoloniale landbouw* bedrijf in de moeilijke omstandigheden, waarin het zich bevindt, tegemoet te komen. Intusschen gaven zeer vele leden als hun meening te kennen, dat de vorm, waarin de Regeering voornemens is die tegemoetkoming te verleenen, niet de juiste is en tot gevolg zal hebben, dat het beoogde doel niet wordt bereikt. Slcehts enkele leden achtten den hierbedoelden vorm aanvaardbaar. Voor de overigen was deze onaan* nemelijk. In de eerste plaats is, naar vele leden meenden, een -ernstig bezwaar tegen de door de Regeering voor* genomen regeling gelegen in de omstandigheid, dat het te verleenen crediet rentedragend zal zijn. Voorts achtten dezelfde leden het bedrag, dat uit 's Rijks kas beschikbaar zal worden gesteld, te gering. In de derde plaats waren deze leden van oordeel 2265

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1930 | | pagina 13