2245
dat we het samenspel van krachten, dat men noemt
het maatschappelijk leven leeren zien als een organisch,
onverbreekbaar samenhangend geheel waarvan het
eindresultaat moet zijn het algemeen welzijn.
dat we dus gerust mogen aandringen en zorg dragen
dat onze stand de hem passende plaats daarbij inneemt,
en ook naar rato zijner medewerking en behoefte, deeb
genoot is van het algemeen welzijn maar dat ook de
andere groepen van werkers hun plaats, door O. L. Heer
en de natuurlijke ordening der dingen hen aangewezen,
onder de zon waard zijn en wij dus als georganiseerde
boerengroep in vriendschap en onderling erkennen heb*
ben samen te werken.
dat wij moeten zorgen door onze ontwikkeling, be=
schaving, doelbewuste samenwerking, dat we naar buU
ten den eerbied afdwingen, dien we gaarne zouden zien
daartoe is sociale ontwikkeling door cursussen,
spreekbeurten op onze afdeeling, praatavonden, gebruik
van onze bondsboekerij noodig en in de komende winter*
maanden, Jonge Boeren, een plicht en als ge eenmaal be=
gonnen zijt, een lust.
dat ge vooral zorgt naast uw verstand, uw hart en
gemoed te ontwikkelen: dat ge uw stand en uw persoon
ruim beziet als onderdeel van het grootere geheel, dat ge
uw eigen persoonlijke belangetjes met een frissche ruime
gooi weet onder te brengen en te offeren, als 't moet en
gewenscht is, opdat uw bond, uw stand, uw medeburgers
wel ga.
Dat noem ik „Sursum Corda" voor uw maatschappen
lijken kijk op de dingen en uw vorming in deze.
Geldbeleggen en sparen.
Wij vonden in het Alg. Ned. Landbouwweekblad een
artikeltje van Senior, dat als waarschuwing tegen de
steeds actief blijvende propaganda van zwendelzaken
goeden dienst kan doen: