2243 volkingsgroepen belangen gemeen en dus samen te dies nen hebben. Zoo heeft de Maker van de wereld het gewild en om ons menschen dat duidelijk te doen voelen, laat Hij ons langen tijd nadat we op aarde komen, ges heel hulpeloos en aangewezen op anders hulp, eerst zelfs in de meest elementaire levensbehoeften, later en feitelijk ons heele leven in tal van stoffelijke en geestes lijke nooden. Dat feit zal niemand ontkennen: het is alleen de vraag hoever de samenwerking en onderordening gaan zal, hoever de persoonlijke vrijheid en de zelfstandigheid der beroepsvereenigingen zich zal uitstrekken. Ge weet hoe wij katholieken den gouden middenweg bewandelen, hoe wij voorop de persoon van eenieder als drager van zedelijke rechten eerbiedigen en de ontplooiing zijner krachten niet meer dan het algemeen welzijn eischt, wils len tegengaan anderzijds echter hoe wij zijn voor een sterk gemeenschapsleven hoe we de maatschappij zien als een groot organisme, een levend bewerktuigd lichaam met organen en cellen, die in hun onderlinge opbouw en samenwerking het groote doel nastreven: het maatschappelijk welzijn. We spreken zoo van een organische maatschappijsopvatting de organen dat zijn de groote beroepsstanden de groote groepen werkers die onderling in nauw verband zijn samenges groeid en die in het groote geheel weer aangewezen bepaalde functies in een zekere zelfstandige verantwoors delijkheid te verrichten hebben. Op dit terrein heerschen verscheiden dwaalbegrips pen, ik zou ze liever engheden en al te groote korts zichtigheden noemen. Van den kant van andere groepen en van leiders, maar ook van den kant van ons, en van onze organisaties soms. We beklagen ons en vaak terecht over de Asschepoesters' plaats, die de lands bouw inneemt bij de regeering en regeeringsmaatregelen, over de onvoldoende rekening die ook de politieke pars tijen vaak houden met de behoeften en nooden van den landbouw, over de soms ergerlijke mentaliteit die in stedelijke en handelskringen over den plattelander heerscht er zijn er die met hun gedachten nog leven in

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1930 | | pagina 7