2242 allen", dat wordt moeilijker vooral, als men niet direct en bij iedere daad van samenwerking de gouden vruchten ziet rijpen. En toch de Coöperatie is de groote kracht geweest, waarop de boerenstand na de landbouwcrisis op 't einde der vorige eeuw zich heeft omhoog gewerkt en met haar staat of valt hij. Het wil mij voorkomen, mijn vrienden, dat gij, ieder in uw streek en op uw plaats, steeds enthousiaste voor* standers en propagandisten moet zijn van gezonde samenwerking. Zijt ge lid van een afdeeling Jonge Boe» ren, zijt ge lid thuis van den Boeren» en Tuindersbond? Zijt ge aangesloten bij de instellingen van den Bond en hoe zijt ge daar als lid om de kat uit den boom te kijken als er wat te halen is, de Bond weer eens wat voordeeliger levert of afneemt en strijkt ge heen wan» -neer hij een strop mocht hebben of de handel een voor» deeltje bieden kan? Als ge maar begrijpt, dat dat geen organisatiemenschen zijn, maar klaploopers van de eerste plank. We moeten ten derde zijn sociale menschen en heb» ben te werken aan onze maatschappelijke ontwikkeling van ons zelf en aan den socialen groei van onzen stand. Daar is in ieder mensch een soort van tweestrijdige dubbele eigenschap: n.1. den drang naar uitleving van zijn eigen persoonlijkheid eenerzijds en anderzijds het steun zoeken bij anderen. Over ieders persoonlijke ver» antwoordelijkheid kom ik straks nog even maar hoe zit het met dien gemeenschapskant bij ons? De mensch, zoo zegt men, heeft een sociale natuur (natuurlijk niet te verwarren met socialistisch, wat een verkeerde uiting is van een quasi»gemeenschapsleven, maar practisch uitloopt op een algemeene slavernij, om» dat de persoonlijkheid kapot wordt geslagen we zien dat b.v. in toepassing in het paradijs der communisten, Rusland). Als we zeggen, dat we van nature sociale wezens zijn, dan bedoelt men daarmee, dat we van zelf, als uit inner» lijken drang, aangewezen zijn op samenwerking en on= derlinge hulp, dat we om tenslotte de welvaart van het heele land te verkrijgen voelen, dat we met andere be»

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1930 | | pagina 6