2231 verdwijnen en nemen een veilige schuilplaats in, waar ze met de uiterste zuinigheid teren op de levensstoffen, die ze in den goeden tijd hebben bijeenverzameld. Zoo zal het ook kunnen en moeten in menig boeren* bedrijf. Daar is gelukkig nog het zorgen en sparen de vaste levensregel. De ervaring heeft geleerd, dat hier vooral een voorraad, eene reserve moet zijn, een ver* dienste, die bewaard wordt voor tijden van tegenspoed en van werken met verlies. Wie den tijd der tachtiger, negentiger jaren heeft be* leefd, herinnert zich stellig, hoe zuinig er geleefd en hoe hard gewerkt werd om zich staande te houden op het voorvaderlijk erf. Men hoorde zooveel van koorts en ziekte en verzwakking en algemeen was, hetgeen men met éénen naam maagpijn heette. Schrale voeding en overmatige arbeid leidden tot uitputting en verkwijning vóór den tijd. Nu zijn de toestanden wel beter in dit opzicht: Er is beter inzicht in de voeding, en bovendien eischt het moderne bedrijf niet zooveel krachtsinspanning meer. Maar van den anderen kant staan we er veel zwaarder voor, wat de bedrijfslasten betreft. Er zal zooveel moge* lijk beperkt moeten worden tot de eigen hulpmiddelen, de eigen kracht. En met het geduld, met de krachts* besparing van den marmot in den winter zullen we ons stil houden en betere tijden afwachten. Hier geeft weer de boekhouding zeer nuttige aan* wijzingen. Waar tot 250 gld. per H.A. is uitgegeven voor het bedrijf, volgt dan vanzelf het onderzoek, waaraan dit geld is besteed. Daarna komt de groote vraag: „Welke van deze uitgaven zijn en blijven onvermijdelijk? Het is immers zeer goed mogelijk, dat een groote uitgaaf zeer verstandig is, zoolang we goede prijzen kunnen maken voor onze producten, onze voortbrengselen van 't land of van 't vee. Maar wanneer die prijzen steeds dalen, komt vroeg of laat het oogenblik, dat we stop moeten zetten, als we er niet bij verliezen willen. De boekhouding zegt wat het lijden kan en het is een dwaas, die gewoon doorgaat als hij voorop weet, dat hij geld.

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1930 | | pagina 11