2197 1. Indien hypotheek wordt gegeven, moet een akte worden opgemaakt volgens het daarvoor bij de Coöpe* ratieve Centrale Boerenleenbank te verkrijgen model. 2. Indien effecten in onderpand gegeven worden, zal deze verpanding eveneens moeten geschieden volgens het daarvoor bestaande model, terwijl het gewenscht is voor de bepaling der waarde vooraf het advies in te win* nen der Coöperatieve Centrale Boerenleenbank. 3. Indien borgtocht wordt gegeven, anders dan bij de Borgmaatschappij, moet deze bestaan uit minstens twee soliede borgen met voldoende eigen bezit. Is de borg* tocht hooger dan 10.000.dan minstens drie borgen. Boven 20.000.minstens vier borgen. 4. Indien andere zekerheid wordt gesteld, is het noo* dig hierover vooraf in overleg te treden met de Coöpe* ratieve Centrale Boerenleenbank. 5. Voor het bedrag der zekerheidsstelling geldt de volgende maatstaf als minimum. Bij een totaal van ontvangsten door de plaatselijke Bank: tot 200.000.— bedraagt de minimum zekerheids* stelling 5.000.— van 200.000.—tot 300.000.— 7.000— van 300.000.—tot 400.000.— 8.500.— van 400.000.—tot 500.000.— 10.000— van 500.000.—tot 750.000.— 12.500— van 750.000.—tot 1.000.000.— 14.000— van 1.000.000.—tot 1.250.000.— 15.000— van 1.250.000.—tot 1.500.000.— 16.000— van 1.500.000.— tot 2.000.000.— 17.500— van 2.000.000.— tot 3.000.000.— 20.000— Elke 1.000.000.daarboven 5000.hooger. De onbeperkte zekerheidsstelling moet, waar die nog bestaat, vervangen worden door eene met een bepaald bedrag met in achtneming van den hierboven opgenomen maatstaf. C. De kasgelden, boeken, schuldbewijzen, contrac* ten etc. der Boerenleenbanken moeten geborgen zijn in

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1930 | | pagina 9