2192 De eerste premie wordt berekend naar de balans* cijfers over het boekjaar 1928. Artikel 7. Zoodra en zoolang het Waarborgfonds eene hoogte be* reikt heeft van 250.000.zullen de storting door de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank en de premie* betalingen door de plaatselijke Boerenleenbanken wor* den gestaakt, terwijl stortings* en premiebedrag naar evenredigheid worden verminderd, wanneer in eenig jaar met een minder bedrag kan worden volstaan, om het fonds zijne vereischte hoogte te doen bereiken. Artikel 8. Mocht in eenig jaar het Waarborgfonds niet toerei* kend zijn om aan zijne verplichtingen te voldoen, dan wordt het tekortkomende over de Coöperatieve Cen* trale Boerenleenbank en de bij deze aangesloten plaat* selijke Boerenleenbanken omgeslagen naar dezelfde ver* houding, als hierboven voor de storting en de premie vastgesteld, met dien verstande, dat over geen jaar meer dan het vijfvoud der storting of premie kan wor* den geheven. Artikel 9. De Coöperatieve Centrale Boerenleenbank belast de rekeningen van de plaatselijke Boerenleenbanken voor hare bijdragen, zoowel terzake van premie, als terzake van omslag en verricht de noodige boekingen voor haar eigen bijdrage, terwijl zij de rekening van het Waar* borgfonds voor die bijdragen crediteert, alles per 31 December van ieder jaar, voor het eerst op 31 Decem* ber 1930. Artikel 10. De middelen van het Waarborgfonds worden belegd hetzij bij de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank, hetzij in fondsen, waarin de Rijkspostspaarbank haar gelden belegt, hetzij in hypotheken tot bedragen van hoogstens 'U van de geschatte verkoopwaarde van het

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1930 | | pagina 4