2214
Deze dekking kan bestaan:
a. in persoonlijke borgstelling;
b. in hypotheek;
c. in onderpand van effecten.
Welke van deze dekkingen de meest aangewezen zijn
in de verschillende gevallen, is o a. in de Mededeelingen
van Juni 1926 bi. 12941299 behandeld.
Wij raden onze lezers aan dit artikel nog eens na te
lezen.
Overigens maken wij nog de volgende aanteeke*
ningen:
a. Persoonlijke borgstelling komt zeer veel voor bij
onze Boerenleenbanken, en is voor kleinere credieten
ook de meest gewenschte. Maar voor groote credieten
is de persoonlijke borgstelling minder aanbevelens*
waardig.
Wordt er borgtocht gegeven, dan zorge men, dat, al
naar gelang de grootte van de verstrekte leening, het
aantal borgen grooter worde genomen. Aldus voor*
komt men, dat, zoo het eens mis loopt, één persoon
grootere schade kan lijden.
Daarom neme men, waar mogelijk, steeds meerdere
borgen met voldoend eigen bezit. Maar bovenal:
Er moest geen enkele Boerenleenbank zijn die een
hooger bedrag dan bijv. 5000 gulden onder persoon
lijke borgstelling uitleent.
In vele streken is 5000 gulden nog te hoog, om
enkel door borgstelling te worden gedekt.
Wanneer een landbouwer of tuinder een hooger be=
drag dan bijv. 5000 gld. noodig heeft, dan zal hij in den
regel zulk groot bedrijf hebben, dat hij ook in staat
zal zijn zakelijk onderpand te geven; kan hij zulks niet,
en stelt hij een persoon als borg voor, dan moet het
Bestuur der Boerenleenbank wel overwegen, dat iemand,
die thans goed is voor het tien* of twintigvoudige van
het bedrag, zulks na enkelen tijd niet meer kan zijn.
De ondervinding leert, dat het meermalen voorkomt,