2209
(Achterzijde van formulier Es).
VOORWAARDEN DER VERPANDING.
De Boerenleenbank heeft het recht om bij niet be*
hoorlijke voldoening van al hetgeen zij van den
pandgever, onverschilig uit welken hoofde ook, te
vorderen heeft, zonder dat eenige ingebrekestelling
wordt vereischt, deze effecten ter beurze te doen
verkoopen, ten einde uit de opbrengst te verhalen al
hetgeen zij alsdan blijkens hare boeken nog zal te
vorderen hebben.
2. Bij ruiling of vermeerdering van de in onderpand
gegeven effecten, zijn de in de plaats tredende waar*
depapieren geheel onderworpen aan dezefde voor*
waarden en bedingen, welke voor het oorspronke*
lijke onderpand zijn vastgesteld.
3. De Boerenleenbank heeft het recht deze in pand ge*
geven effecten bij de Coöperatieve Centrale Boe*
renleenbank te Eindhoven te herbeleenen.
4. Het surplus op het onderpand moet minstens 20%
bedragen van den dagelijkschen koers ter beuze te
Amsterdam of bij gebreke daarvan, van den koers,
door de bank te bepalen.
5. Tot verdere zekerheid voor de richtige voldoening
van al hetgeen de rekeninghouder aan de Boeren*
leenbank verschuldigd is, zijn aan de Boerenleen*
bank mede verpand onder dezelfde voorwaarden en
bedingen alle effecten, goederen of waarden, die zich
reeds in de macht van de Boerenleenbank of van
een derde voor haar bevinden tot zekerheid eener
jegens haar aangegane verbintenis, welke ook.
6. Voor deze verpanding gelden overigens alle voor*
waarden, welke de Nederlandsche Bank stelt of te
eeniger tijd stellen zal ten aanzien van beleening.
Eventueele opmerkingen: