2205 (Achterzijde van formulier Ea)- VOORWAARDEN. 1. De effecten kunnen op twee manieren aan de Boe* renleenbank in bewaring gegeven worden: A. Alleen de titels. B. Zoowel de titels alsook de talon en coupon* bladen. 2. In geval B. wordt van de uitloting of aflosbaarstel* ling der effecten bericht gezonden aan den bewaar* gever, nochtans zonder verantwoordelijkheid der Boerenleenbank. De coupons en dividenden worden door de Boeren* leenbank verzilverd, waarvoor in rekening worden gebracht de usantiëele provisiën en kosten. 3. Het bewaarloon bedraagt per jaar voor iedere Dui* zend gulden nominaal: In geval A. 0.25. In geval B. 1.25. 4. De in bewaring genomen effecten worden door de Boerenleenbank in bewaring doorgegeven aan de Coöperatieve Centrale Boerenleenbank te Eind* hoven. 5. Porto's, aanteekenen en assurantie komen ten laste van den bewaargever. 6. Bij het in bewaring nemen van effecten, wordt aan den bewaargever een ontvangstbewijs afgegeven, on* derteekend door den directeur en een bestuurslid. (Formulier E2). 7. In geval van geheele of gedeeltelijke terugname der in bewaring gegeven effecten, moet de eigenaar een door de Boerenleenbank te verstrekken kwitantie teekenen. (Formulier E:l).

Rabobank Bronnenarchief

blad 'Maandelijkse Mededelingen' (CCB) | 1930 | | pagina 17